Elk wijnland heeft ze wel, regio’s die het beeld van hele land bepalen. Bordeaux en de Bourgogne in Frankijk, Chianti en de Langhe in Italië, Rioja in Spanje, Napa Valley in de Verenigde Staten en de Dourovallei in Portugal, om maar wat voorbeelden te noemen. Gelukkig is er de laatste jaren steeds meer aandacht voor onbekendere wijnbouwgebieden en druivenrassen. Soms speelt de prijs een rol – Bourgogne en Bordeaux zijn vaak eenvoudigweg te duur geworden –, soms geven de kwaliteit van andere druivenrassen (bijvoorbeeld silvaner uit Franken), het terroir (Etna) of de stijl (vin jaune) de doorslag. Oostenrijk is geen uitzondering. Iedereen wil Grüner Veltliner of Riesling uit de Wachau, maar het land heeft veel meer te bieden, bijvoorbeeld Blaufränkisch en Welschriesling uit Eisenberg. Als de Wachau met zijn steile terrassen en de door het gebied heen slingerende Donau het meest indrukwekkende landschap heeft, dan is Eisenberg met zijn pittoreske dorpen, historische pershuisjes, weidse uitzichten en agrarische karakter het meest idyllisch. In september presenteerden de belangrijkste producenten voor de tweede keer hun wijngaardwijnen op de Single Vineyard Summit in Grafenegg.
Eisenberg, de zuidelijkste van de vier appellations (of DAC’s, zoals ze in Oostenrijk genoemd worden) van de bondsstaat Burgenland, ontleent zijn naam aan de ijzerhoudende bodems. In de keltische tijd werd er al ijzer gewonnen; nog steeds vinden archeologen locaties waar men ooit ijzer smolt.
Kwaliteitspiramide omarmd
Eisenberg is een kleine, jonge DAC die onder leiding van Christoph Wachter (Obmann) en Thomas Straka (plaatsvervanger) nog bezig is zijn plaats te vinden. De elf wijngoederen die deelnamen aan de Single Vineyard Summit hebben inmiddels de kwaliteitspiramide Gebiets- (regionaal), Orts- (village) en Einzellagenwein (wijngaardwijn) omarmd, maar vele anderen nog niet. Totdat deze driedeling breed is ingebed, zal de Eisenberg DAC geen stappen ondernemen om toe te treden tot de Österreichische Traditionsweingüter, de club die bezig is Oostenrijks beste wijngaarden in kaart te brengen. Dat betekent overigens niet dat er in Eisenberg geen bewustzijn bestaat over wat hun beste wijngaarden zijn. Maar vooralsnog werkt de appellation met de tweedeling Eisenberg DAC en Eisenberg DAC Reserve. De wijnen die als Reserve gelabeld worden, zijn gemaakt van rijpere druiven (alleen blaufränkisch), komen pas twee jaar na de oogst op de markt en hebben in principe een groter bewaarpotentieel.
Christoph Wachter ©Weingut Wachter-Wiesler
Ideale berg
Het hart van de regio is de Eisenberg, een hoefijzervormige berg (415 meter hoog) met zijn opening gericht naar het zuid-zuidwesten, wat zorgt voor een uitstekende bezonning, maar ook voor enige bescherming tegen kou uit het noorden. De mediterrane lucht vanuit het zuiden kan tegen de heuvel op kruipen, koelt af en zakt weer, waardoor er ook vrijwel altijd een goede ventilatie is. Een ideale locatie dus.
In de hoogstgelegen wijngaarden van de Eisenberg, Szapary en Saybritz, zijn de bodems dun en arm en ligt de voor de DAC kenmerkende groene schist min of meer aan de oppervlakte, maar naarmate je verder naar beneden gaat, in de wijngaarden Reihburg, Fasching en Hummergraben, worden de afzettingen dikker en is de ijzerconcentratie vaak het hoogst. Je zou verwachten dat de wijnen hier daarom het meest karakteristiek zijn. Bij de proeverij in Grafenegg, waar de 2018 jaargang centraal stond, bleek dat echter niet per se het geval.
Het beste van de Eisenberg
Van de hoger gelegen wijngaarden vond ik dat Saybritz in 2018 duidelijk de betere wijn geleverd bleek te hebben. Naast Wachter Wiesler, waren de wijnen van Kopfensteiner en Thom Wachter de toppers. De Szapary-wijnen hadden soms net niet de typerende zuren die blaufränkisch zo fris een aantrekkelijk maken (Kopfensteiner), het fruit was soms een beetje gekookt (Schiefer) en in een enkel geval was er sprake van een onprettige hoeveelheid vluchtige zuren (Jalits).
Om dezelfde redenen vond ik dat in de lagere regionen van de Eisenberg de wijnen van de Fasching-wijngaard er bovenuit staken. In Thom Wachters Fasching kwam het typische Eisenberg karakter goed tot zijn recht: een stevige, maar fijne structuur, levendigheid, kruidig en met de frisheid van zure kersen. Maar mijn hoogste score ging uiteindelijk naar Wachter Wieslers Reihburg. Gekonfijte kers, zure kersen, lelie, wat teer, een hintje reductie en een klein beetje gedroogde pruimen gaven die wijn een mooie gelaagdheid. Een emmer vol frisheid, fijne, rijkelijk aanwezige tannine en een lange finish completeren het beeld. Reihburg is voor velen het nec plus ultra van de Eisenberg DAC. Uwe Schiefers Reihburg 2011, vaak gezien als een van Oostenrijks beste rode wijnen, wakkerde ooit mijn liefde voor blaufränkisch aan.
Uwe Schiefer in een van de Eisenbergwijngaarden ©Andreas Durst
Zes zones
Hoewel de Eisenberg DAC nauwelijks 500 hectare groot is, is er toch de nodige variatie. De regio kent zes zones. Naast de bovengenoemde, naamgevende Eisenberg bevinden zich bij Rechnitz, in het noorden van de DAC, tegen de ruim 800 meter hoge Geschriebenstein (een laatste plooiing van de oostelijke Alpen) de hoogstgelegen wijngaarden. Voor een groot deel zijn die op primair gesteente aangeplant. Bij Deutsch-Schützen, iets naar het zuidoosten, liggen er dikke pakken leem op de verder vrijwel overal aanwezige groene schist. De overige drie zones zijn kleiner of door hun structuur (kleine bedrijfjes, part-time producenten) minder prominent.
Kruidigheid en saliniteit
De afdaling vanaf de Geschriebenstein naar Rechnitz is met zijn uitzichten over de Hongaarse vlakte en de uitlopers daarvan in Oostenrijk ronduit spectaculair. Thomas Straka van Weingut Straka brengt het karakter van dit gebied zeer goed voor het voetlicht. Het grootste verschil met de Eisenberg is de hoogte en dus de koelte. Straka’s wijnen zijn daardoor precies en elegant, en zowel die van blaufränkisch als die van welschriesling, zijn belangrijkste ras, hebben een zelfde soort kruidigheid en saliniteit, die volgens Straka wordt veroorzaakt door de groene schist. Niet alleen bij de jaargang 2017 die ik proefde toen ik Straka’s wijngoed in 2020 bezocht, maar ook bij de jaargang 2018 die ik in Grafenegg proefde, had zijn Blaufränkisch uit de Prantner-wijngaard net iets meer finesse dan de wat dichtere en iets florale Rosengarten.
Thomas Straka (midden) en collega's ©Eisenberg DAC Manfred Klimek
Een beetje boerderij
In de zone rond Deutsch-Schützen, met zijn dikke en vruchtbare kleibodems, waren de wijnen wat minder interessant. De meesten hadden niet de spanning en frisheid die de wijnen van de Eisenberg en de Geschriebenstein in het algemeen kenmerkten. Ik kwam hier ook iets te vaak en te veel boerderij-aroma’s tegen, wat kan duiden op brettanomyces, een gist. Sommigen beschouwen dit als een fout, anderen vinden een beetje barnyard juist aantrekkelijk. Ik behoor tot de laatste categorie, maar als de smaak erdoor afvlakt is de grens bereikt.
Eisenberg is een wijnregio in beweging. De Single Vineyard Summit heeft getoond dat er heel wat kwaliteit in deze regio aanwezig is. Maar het is ook duidelijk dat de regio als geheel nog bezig is met een inhaalslag. Voor mij is belangrijk dat de Eisenberg DAC met zijn eigenheid een heel andere kant van Oostenrijk laat zien dan waar de meesten mee vertrouwd zijn. Blaufränkisch komt op de ijzerhoudende schistbodems prachtig tot zijn recht. En hoewel niet binnnen de DAC toegelaten komt er ook mooie Welschriesling uit Eisenberg. Een regio om in de gaten te houden dus.
Dit artikel is gepubliceerd op de website van Perswijn op 12 januari 2022.
Comments