De hoogmis voor Oostenrijkse wijn, de Austrian Single Vineyard Summit, een vijfdaagse proeverij van ‘s lands belangrijkste wijngaardwijnen, had dit jaar een speciale dag ingeruimd voor Weinviertel. Veertien wijngoederen uit deze appellation, in het noordoosten van Oostenrijk, treden toe tot het “elitaire” clubje Österreichische Traditionsweingüter (ÖTW) dat zich sinds ruim dertig jaar op private basis bezighoudt met het vinden van de beste wijngaarden van het land. Daarmee zet Weinviertel een volgende stap in de richting van het maken van wijnen met een precieze oorsprongsaanduiding. Nieuwe wijnwetgeving die de mogelijkheid schept wijngaarden officieel als Erste en Grosse Lagen te classificeren, kan Oostenrijks oudste appellation (en alle andere) daarbij helpen. Maar de weg is nog lang.
Met zo’n 14.000 hectare is Weinviertel Oostenrijks grootste appellation of DAC. Het gebied strekt zich uit van de stadsrand van Wenen (de Bisamberg) tot de Tsjechische grens, en van het Mannhartsgebergte in het westen tot de Slovaakse grens in het oosten. Ruim de helft van het wijnareaal is aangeplant met grüner veltliner. De terroirs zijn, zoals te verwachten, nogal divers. In het koele en granietrijke westen speelt naast grüner ook riesling een belangrijke rol. Iets oostelijker, op de lemige löss- en zandige kiezelbodems, groeien blauwe rassen zoals zweigelt (of rotburger) en blauer portugieser. Verder naar het oosten in het Weense bekken, waar het weer Pannonisch warm en droog is, verbouwen de wijnboeren behalve veel grüner ook welschriesling en de witte pinotrassen. Grüner veltliner is de gemeenschappelijke noemer en het enige ras dat is toegelaten voor DAC-wijnen.
Pretentieloze Grüners en simpele Sekt
In 2002 was Weinviertel de eerste regio in Oostenrijk met een eigen DAC. Onder de DAC kunnen momenteel drie soorten wijnen (Klassik, Reserve, Grosse Reserve) op de markt gebracht worden, die zich vooral door de rijpingstijd, het alcoholpercentage, restsuiker en het gebruik van eikenhouten vaten onderscheiden. Echte terroirwijnen zijn het dus niet. Misschien is dat ook een van de redenen waarom Weinviertel lange tijd het lelijke eendje onder ’s lands DAC’s is geweest. Het gebied staat vooral bekend om de grote hoeveelheden pretentieloze Grüners die deels ook als grondwijn voor simpele Sekt dienen. Coöperaties spelen een belangrijke rol.
Een oorsprongsgerichte benadering
Voor Michael Moosbrugger, de president van de ÖTW, is dat echter geen reden om het gebied links te laten leggen. Zijn doel, om niet te zeggen zijn levenswerk, is het om alle wijnbouwgebieden in een nationaal systeem van oorsprongsaanduiding onder te brengen. Daar kan de grootste DAC logischerwijs niet buiten blijven. En laten we eerlijk zijn, ook in een gebied met een wat mindere reputatie zijn er altijd goede wijnbouwers en interessante terroirs te vinden. In Stefan Tscheppe van Hofkellerei des Fürsten von Liechtenstein vond Moosbrugger zijn ideale regionale partner.
Tscheppe komt oorspronkelijk uit Stiermarken. Hij is dus een relatieve buitenstaander, wat hem helpt om met een frisse blik naar Weinviertel te kijken. In 2018 werd hij de managing director van de Hofkellerei Liechtenstein. Dat deed hij onder de voorwaarde dat hij niet uitsluitend winstgevendheid hoefde na te streven. Hij wilde zich ook richten op het verbeteren van het profiel van de regio. Daarvoor verzamelde hij een groep terroirgerichte wijnmakers om zich heen, die, zoals hij zegt, eindeloos over hun wijngaarden kan praten.
Uitdagingen
Er spelen twee grote uitdagingen, aldus Tscheppe. Allereerst moet er bepaald worden wat hun Erste Lagen zijn. Veel wijnbouwers zouden graag zien dat hun wijngaard als Erste Lage gekwalificeerd wordt, maar lang niet alle wijngaarden zullen ieder jaar weer uitzonderlijke wijnen voortbrengen. Daarnaast zijn sommige wijngaarden te groot om tot Erste Lage te promoveren. Het verkleinen van een wijngaard zal vrijwel zeker verliezers opleveren. Geen makkelijk proces dus.
Een goede Ortswein
De andere uitdaging voor de groep, zegt Tscheppe, is het maken van een goede Ortswein of village-wijn. Die moet enerzijds het terroir van het dorp weerspiegelen, maar alle Ortsweine samen moeten ook het karakter van Weinviertel laten zien. Technisch gezien moeten de wijnmakers vooral leren los te laten: geen industriële gisten meer, minder inzet van nieuw eikenhout en een minder reductieve manier van wijnmaken, verklaart Tscheppe zich nader. Uiteindelijk wil hij op basis van een set regels tot een helder profiel van een Weinviertel Ortswein komen. Ook hier spelen weer verschillende belangen. Ieder dorp zou wel de mogelijkheid willen hebben een officiële Ortswein te maken, maar niet ieder dorp kan voldoende kwaliteit leveren. Bovendien zou het beeld van een Weinviertel Ortswein te diffuus worden, als te veel dorpen er een kunnen maken. Tscheppe ziet het liefst dat er een beperkt aantal dorpen komt, dat enerzijds de juiste klimatologische en bodemkundige omstandigheden heeft voor het maken van kwalitatief goede wijn, en anderzijds ook voldoende kwantiteit kan leveren. Want, zegt hij, “een lokale wijn zal alleen in het bewustzijn van de consument verankerd raken als er voldoende bedrijven zijn die een Ortswein van een hoge kwaliteit produceren en op grote schaal op de markt brengen.”
Weinviertel wijnen
Aanpassing van de huidige DAC vereist
De nieuwe wet (zie Perswijn 6/23, Goed Gegist p.7), die Oostenrijkse wijnregio’s de mogelijkheid geeft hun wijngaarden officieel als Erste en Grosse Lagen te classificeren, zal Tscheppe en de zijnen helpen hun focus op het terroir te houden. Maar voor het zover is, is er nog een horde te nemen. Een voorwaarde is namelijk dat de DAC een oorsprongsgericht classificatiesysteem heeft, met drie lagen: Gebietswein (regionaal), Ortswein (village) en Riedenwein (wijngaardwijn).
Er zullen veel wijngoederen zijn voor wie de huidige classificatie een gevestigd belang is. Voordat alle wijnbouwers in Weinviertel zich achter een nieuwe classificatie scharen, zal er dus nog veel water door de Donau moeten stromen. Pas dan kan de regio een verzoek tot Erste-Lage-classificatie bij het nationale wijncomité indienen. Dat neemt zijn beslissing op basis van nationale en internationale publicaties en een beoordelingssystematiek die lijkt op die van de ÖTW, inclusief historische gegevens, relevantie en scores van binnen- en buitenlandse wijnexperts, legt Michael Moosbrugger op een persconferentie tijdens de Single Vineyard Summit uit. Na minimaal vijf jaar, kan vervolgens een promotie tot Grosse Lage plaatsvinden.
Revaluatie van de Lagen
En is alles dan in beton gegoten? “Nee,” gaat Moosbrugger verder, “door klimaatverandering en andere externe factoren kan de status van een wijngaard ook weer veranderen.” Hij verwijst daarbij naar Bourgogne, waar de hoger gelegen en koelere wijngaarden van de Hautes Côtes aan prestige hebben gewonnen en de huidige premiers en grands crus het soms moeilijk hebben. Daarom biedt het Oostenrijkse wijngaardclassificatiesysteem de mogelijkheid om een denominatie als Erste of Grosse Lage opnieuw te evalueren. Hoe dat eruitziet is nog wat onduidelijk, maar de Oostenrijkers hebben nog even tijd om daar invulling aan te geven. Kamptal en Kremstal hebben als eerste DAC’s een verzoek tot Erste Lage classificatie ingediend. Een beslissing valt niet eerder dan 2025. Een eerste revaluatie zal dus pas op zijn vroegst diep in het volgende decennium plaatsvinden.
Elitair
De vraag rijst wat de rol van de ÖTW zal worden nu de wijngaardclassificatie en het gebruik van de term Erste Lage een nationale in plaats van een private aangelegenheden zijn. Moosbrugger ziet het vooralsnog als zijn belangrijkste taak om meer eenheid in de huidige DAC’s te brengen. Het doel is om overal tot een terroirgericht systeem te komen. Daarnaast zit Moosbrugger in het nationale wijncomité. Die rol vult hij in vanuit de gedachte dat oorsprong een collectief goed is. Maar van een collectief goed verwacht je dat het voor iedereen bereikbaar is. Uit de aard van de zaak is die toegang natuurlijk beperkt. Bovendien, als je er niet vanaf het begin bij betrokken bent, is het dubbellastig om de vruchten van het systeem te plukken. Sterker nog, om ongebreidelde registratie van Erste Lagen te vermijden, worden er strikte eisen aan als Erste of Grosse Lage geclassificeerde wijn gesteld: handmatige oogst, beperkte opbrengst en minimale rijpingstijd verhogen de kosten en moeten gelukzoekers buiten de deur houden. Met gepaste tegenzin erkent Moosbrugger dat de ÖTW een licht elitair karakter heeft. Of dat vermijdbaar of negatief is, is natuurlijk nog maar de vraag.
Misschien dat Moosbrugger daarom ook wel benadrukt dat de wijngaardclassificatie geen verplichting is. Iedere regio kan zelf bepalen of het wijngaarden wil voordragen. Of bijvoorbeeld de eigenzinnige Wachau het gaat doen, blijft een vraagteken. (Op basis van de proeverij van dit jaar kreeg ik overigens de indruk dat de Wachau-stijl langzaam verschuift van rijpheid naar terroir expressie. En zoals Moosbrugger zegt, twintig jaar geleden beweerde Vinea Wachau dat de regio nooit een DAC zou vestigen, maar in 2020 gebeurde dat uiteindelijk toch. Gebiets-, Orts- en Riedenweine leven nu vredig naast Steinfeder-, Federspiel- en Smaragdwijnen.)
De wijnen van de veertien Weinvierteldomeinen waren trouwens verrassend goed. Naast het terroirkarakter toonde Willi Balanjuk, de moderator die de twintig wijnen voor de gelegenheid had uitgekozen, ook het vaak onderschatte rijpingspotentieel van Grüner Veltliners. Met de veertien nieuwe ÖTW-leden lijkt Weinviertel langzaam het pad in te slaan van een door het terroir afgebakende identiteit.
Gedetailleerde informatie over al Oostenrijks officieel erkende wijngaarden is te vinden op deze website.
PROEFNOTITIES
Ried Rabenstein, Grüner Veltliner 2019, Weingut Dürnberg
Tot 50-jaar-oude wijnstokken op kalkrijke bodem. Ouderwetse traditionele oxidatieve vinificatie, rijping op de lies in 1000-liter vaten.
Goudkleurig. Rijp geel fruit waaronder golden delicious, peer en een vleugje ananas, licht rokerig, rond en crèmig, witte peper. Beetje tabak als de wijn zich opent. Vrij lange, licht fenolische finish.
Herrenbaumgarten (Ortswein), Grüner Veltliner 2021, Weingut Hofkellerei Liechtenstein
Mannersdorf an der March, Grüner Veltliner 2021, Weingut Gerhard J. Lobner
Van de vijf Ortsweine waren er drie van de warme jaargang 2022. De twee van 2021 staken hier positief tegen af. In het bijzonder die van Hofkellerei Liechtenstein was fris en strak met rijp fruit met mooi lange afdronk voor een Ortswein. De wijn van Lobner was een typische Grüner Veltliner van een lössbodem: wat ronder en breder, veel witte peper, maar ook fris.
Ried Sauberg, Grüner Veltliner 2019, Weingut Ebner-Ebenauer
Meer dan 50 jaar oude wijnstokken. Spontane vergisting in 500-liter eikenhouten vaten en staaltank.
Diep fruit element gewikkeld in bijna romige, maar toch lichte molligheid. Desondanks ook fris en precies. Sappig fruit met een wat peperigheid en een licht-zoutige mineraliteit.
Ried Äußere Bergen, Grüner Veltliner 2021, Weingut Zull
Ried Mühlberg, Grüner Veltliner 2019, Weingut Gruber Röschitz
De wijngoederen Zull en Gruber Röschitz zijn beiden gelegen in het koelere westen van de DAC. De bodems kenmerken zich door graniet met daarboven grind en löss. De Äußere Bergen zijn meer beschut tegen de wind dan de Mühlberg.
Zull: citroenachtig fris, beetje snoeperig maar dat verdwijnt na enige tijd, licht rokerig, typerende peperigheid.
Gruber Röschitz: rijpe appels, tikje tropisch fruit, fijnkorrelige licht-fenolische textuur, heeft iets krachtigs en breeds ondanks aangename 13% abv.
Verkoopadressen
Eben-Ebenauer: De WijnWarrior
Gruber Röschitz: Vinites
Weingut Dürnberg: Siersma Wijnadvies
Een versie van dit artikel is eerder gepubliceerd op de website van Perswijn op 8 november 2023.
Comments