Vergeten tussen Baden, Jura en Elzas
Jakkerend over de Autobahn langs Keulen, Koblenz en Karlsruhe, nemen de meeste automobilisten pas gas terug als ze bij Basel de Zwitserse grens oversteken. Maar stoppen? Ho maar! De stad waar ’onze’ Erasmus een groot deel van zijn leven woonde en werkte, is een bezoek meer dan waard, maar de meeste Nederlanders versmaden het. Eenzelfde lot treft de wijnbouw in het Baselbiet. Wie heeft er wel eens een Basler wijn gedronken? Omringd door drie bekende wijnregio’s, de Elzas, Baden en de Jura, lijkt Basel niet meer dan een overgangszone. Dat is jammer, want de wijnen zijn goed, maar ook begrijpelijk, want de regio is klein en divers waardoor het profiel wat diffuus is.
Het wijnbouwgebied Basel ligt in de uitlopers van de Jura, waar het qua bodem en moedergesteente veel gemeen mee heeft, maar waar het voor wat betreft de denominatie niet bij hoort. Het riep bij mij de vraag op wat de vineuse identiteit van de regio is. Ik sprak erover met vier wijnmakers en een lid van het Weinproduzenten-Verband.
Bourgondische poort
Gevraagd naar de identiteit van de regio, noemt Urs Jauslin, eigenaar/wijnmaker van Weingut Jauslin, het weer. “Via de zogenaamde Bourgondische Poort, een doorgang tussen de Jura en de Vogezen,” legt hij uit, “kan warme, mediterrane lucht vanuit het Rhône- en Saônedal de Rijnvallei instromen.” Het noordelijkste deel van Zwitserland behoort hierdoor tot de warmste delen van het land, warmer dan bijvoorbeeld het wijnbouwgebied Jura. Maar de mediterrane invloed is niet uniek voor het zogenaamde Baselbiet. Hij is ook aanwezig in Baden en de Elzas.
Jauslin - de nieuwe generatie
Tafel- en Faltenjura
Qua bodems vergelijken de Baselaars zich het liefst met de Bourgogne, een kleine drie uur rijden naar het westen. Net als in de Bourgogne en de Jura voeren kalk en klei de boventoon. “De Baselse uitlopers,” vertelt wijnmaker Antoine Kaufmann van KLUS177 mij, “bestaan uit de Faltenjura, het glooiende westelijke deel, en de Tafeljura, een wat hoger gelegen plateau ten oosten van de stad. De bodems zijn grofweg dezelfde, maar de temperatuur ligt in de Tafeljura een tikkeltje lager.”
Kleinschalig
Vergelijkingen met Baden gaan mank omdat de structuur van de bedrijvigheid in Basel kleinschaliger is. “In Baden wordt veel grootschaliger geproduceerd,” aldus Jauslin. Inderdaad kent Baden een aantal grote coöperaties. In Basel verkopen veel kleine druiventelers hun druiven aan een paar grotere producenten of laten hun wijn door hen bereiden. In het geval van Syydebändel heeft een aantal kleine druiventelers zich aaneengesloten en laten ze gezamenlijk hun wijn maken door Siebe Dupf. Zo zorgen zij voor het volume om een eigen merk te creëren.
De wijnmaker
“Maar,” zegt Thomas Engel, wijnmaker bij Siebe Dupf, “het zijn uiteindelijk de mensen die het verschil maken.” De wijnmaker als onderscheidende factor, als hoofdingrediënt van de regionale identiteit dus. Ook anderen zeiden het. Niets ten nadele van de producenten, maar dat voelt toch wat beperkt.
Navraag bij Andreas Buser, lid van het Weinproduzenten-Verband voor de kantons Basel-Stadt, Basel-Landschaft en Solothurn (WPV), de autoriteit die de appellations beheert, levert aanvullende inzichten.
Sortenspiegel: 80 rassen op 135 hectare
De wijnbouw in Zwitserland is verankerd in de federale Weinverordnung. Hierin zijn de belangrijkste regels voor de vinificatie van Landwein en Tafelwein opgenomen. De kantons zijn verantwoordelijk voor het reglementeren van de AOC-wijnen. Zij bepalen ook welke druivenrassen waar verbouwd mogen worden. De WPV doet dit voor de appellations Basel-Landschaft (verreweg de grootste), Basel-Stadt en Solothurn. Buser geeft aan dat alle rassen toegelaten zijn. Jaarlijks publiceert het WPV de Sortenspiegel, de lijst met alle verbouwde rassen van dat moment. In 2019 verbouwden de Basler wijnbouwers er op 135 hectare meer dan tachtig, waaronder veel PiWi’s (druivenrassen die beter tegen schimmels kunnen) en nieuwe kruisingen. Andreas Buser verwacht dat deze PiWi’s de regio helpen bij de overgang naar biologische wijnbouw. “Dat gaat wel langzaam,” geeft hij toe, “maar beplanting met druivenstokken is een duurinvestering; er gaat tijd overheen voordat die is terugverdiend.” Buser heeft zijn hoop gevestigd op een aankomend referendum over het terugdringen van het gebruik van pesticiden. Als de bevolking het voorstel aanneemt, zal de verbouw van PiWi’s sneller toenemen. “Maar,” waarschuwt hij, “de smaak van de bevolking is conservatief. De meesten wennen maar langzaam aan de aroma’s en smaken van de nieuwe rassen. En er is nog geen echt goede PiWi-kandidaat onder de blauwe druivenrassen.”
Pinot noir spant met bijna de helft van het oppervlak de kroon. Daarmee sluit de regio dus aan bij zijn buren Baden en Jura, en in mindere mate de Elzas.
Onder de witte druivenrassen speelt müller-thurgau (hier riesling-silvaner genoemd) met 16 hectare de hoofdrol, terwijl sauvignon blanc, kerner, pinot gris en chasselas de top vijf completeren. Maar de variatie is enorm. KLUS177, het Demeter-gecertificeerde bedrijf van Antoine en Irene Kaufmann in Aesch, verbouwt op 6 hectare ook nog souvignier gris, muscaris, cabernet blanc, pinot gris, savagnin, chardonnay en chenin blanc.
Weingut KLUS 177
Kwaliteit door regionaliteit
Kaufmann, die decennialang in het buitenland heeft gewerkt, ziet de laatste tien à twintig jaar duidelijk verbetering in de kwaliteit in de regio. “In de jaren 80 en 90 moesten veel wijnbouwers het afleggen tegen de betere prijs-kwaliteitverhouding van buitenlandse wijnen,” legt Kaufmann uit. “Maar sinds regionaliteit weer in de lift zit, zie je dat de vraag naar lokale wijnen toeneemt, en daarmee ook de kwaliteit. Desondanks zijn er nog steeds wijnmakers die nogal lehrschulmässig hun wijnen maken.” [BdV: Daarmee bedoelt Kaufmann dat de wijnen worden gemaakt zoals traditioneel op de wijnbouwschool wordt onderwezen: relatief veel chemicaliën in de wijngaard en veel techniek en toevoegingen tijdens de wijnbereiding.] “Maar bij de nieuwe generatie zie je de wens tot verandering.” Kaufmanns stokpaardje is de frequentie en de mate waarin druiven en wijn gezwaveld worden. Veel te vaak en veel te veel, wat hem betreft. Ook de opbrengst per wijnstok zou omlaag kunnen en het gebruik van nieuwe houten vaten zou iets minder kunnen. De drie Pinot Noirs die ik proefde, waren uitgebalanceerd, vol fijn rood fruit (zeker Tschäpperli’s Hommage 2018) en kundig gemaakt, maar hadden inderdaad wel erg presente aroma’s en smaken van nieuwe houten vaten met soms een stevige toasting. Maar goed, de Hohle Gasse 2018, Jauslin’s topwijn, is duidelijk een wijn voor de lange termijn.
Antroposophical Society
Kaufmann’s omschakeling naar biodynamie begint navolging te vinden. Het kleine Gschwind, maar ook het grotere Tschäpperli hebben de eerste stappen op weg naar biologische wijnbouw gezet. Zo bezien lijkt niet alleen de nieuwe generatie, maar ook Kaufmann zelf een aanjager van verandering. In het Goetheanum in Dornach net buiten Basel is trouwens de General Antroposophical Society gevestigd, het hoofdkantoor, zou je kunnen zeggen, van de beweging die ook de biodynamie propageert. Veelzeggend dat KLUS177 desondanks pas het eerste gecertificeerd biodynamische bedrijf in de regio is.
Al met al lijkt de regio Basel vooral een overgangsgebied tussen zijn drie grote buren. Qua weer hoort het bij het zuidelijke deel van Baden en de Elzas, qua bodem bij de Jura en Bourgogne. Afgezien van de focus op pinot noir, maakt de grote variëteit aan rassen de identiteit van het gebied wat vaag. Een verdergaande focus op PiWi’s kan de regio wat eigen kleur geven. (Ik twijfel overigens of in een warm en relatief droog gebied als dat van de regio Basel die PiWi’s een noodzakelijke randvoorwaarde voor meer biologische wijnbouw zijn.) Hoewel je de wijnstijl in sommige gevallen wat schools zou kunnen vinden, is de kwaliteit van de zes wijnen die ik geproefd heb zonder twijfel goed. Genoeg reden dus om onderweg naar de bergen een keer in het Baselbiet te stoppen.
Dit artikel is op 26 mei 2021 gepubliceerd op de website van Perswijn.
Hoofdfoto: © Weingut Tschaepperli
Comments